Wil je eens wat anders dan een standaard kerstkrans? Dan heb ik een heel leuk idee! Hier komt geen groen aan te pas, is niet moeilijk en je hebt een super gaaf eindresultaat!
Je werkt met vier verschillende soorten ballen.
Kerstballen
Vilten ballen
Wollen ballen
Ballen van touw
1. Allereerst koop je een krans. Ik heb een wilgentakken krans gehaald van ongeveer 30 cm in doorsnede. Je kan ook voor een grotere of kleinere gaan, maar dan moet je daar ook je ballen op aanpassen. De kransen zijn te koop bij o.a. een tuincentrum.
2. Kerstballen kan je aanschaffen bij elk tuincentrum of interieurwinkel. Kies een kleur die jij mooi vindt en bij jouw interieur past. Het is ook leuk om verschillende maten te gebruiken. Ik gebruik hier 2 maten kerstballen.
3. Wol winkeltjes zijn helemaal hip en daar hebben ze alle kleuren wol! Maar meer winkels verkopen wol, Kies de kleur die jij mooi vindt en schaf dat aan. De wol wikkel je om elkaar. Ik gebruik geen voorbeeld balletje waar ik het omheen wikkel. Ik pak een beetje wol voeg dat samen en ga daarna beginnen met wikkelen net zo lang tot hij groot genoeg is. Daarna knip ik hem pas af!
4. Touw kan je kopen bij iedere bouwmarkt (neem geen plastic touw). Het werkt met het touw wikkelen precies hetzelfde als met de wol wikkelen. Je begint met wat touw bij elkaar te voegen en gaat dan beginnen met wikkelen, ook hier knip je pas aan het einde af!
5. Het vilten van balletjes is een kunstje op zich, maar hartstikke leuk om te doen. Ik leg je hieronder de techniek uit. Vind je dit teveel werk dan kan je ze ook los kopen in de winkel.
6. Met hete lijm maak je de vilten balletjes en kerstballen op de krans vast. Verdeel ze goed op kleur en grootte, zo krijg je een mooi effect. Nu hij klaar is kan je hem eventueel versieren zoals ik met sneeuwvlokken heb gedaan. Ook kan je een mooie kerstbal in het midden hangen! Maak hem zoals jij wilt. Nu is hij klaar, super veel kerstplezier en fijne dagen gewenst! ♥
Stappenplan vilten:
Om te beginnen warm water in een emmer of teiltje.
Ook heb je zeep nodig. Groene zeep wordt hiervoor het meest gebruikt.
Een handdoek want je gaat knoeien met water.
Uiteraard 100% wol.
Pak een plukje wol, niet teveel want je begint klein.
Houd het vast tussen duim en wijsvinger. Het is handig om het eerst een beetje klein te maken.
Doop daarna het plukje wol in het water met zeep.
De wol is nu erg nat. Knijp daarom het overtollige water eruit. Als je voelt dat je niet genoeg zeep hebt kan je ook nog wat op je hand of op de wol smeren.
Leg het balletje wol nu in je handpalm en probeer het langzaam te rollen. Je voelt aan hoe stevig de wol is of je wat harder kan drukken of niet.
Is het balletje iets aan het vervilten, dan kan je het volgende plukje erop plakken. Hiervoor volg je dezelfde stappen. Je gaat daarna verder met rollen en zo wordt hij steeds groter. Hoe steviger hij wordt hoe harder je kan drukken om zo een goed gevilt balletje kan krijgen.
Hij is klaar wanneer jij hem groot genoeg vindt.